Preek van 12 maart 2017

12 maart.1De weg naar Pasen is als een reis. We trekken van verhaal naar verhaal en komen als het ware steeds dichter bij de kern van dit bestaan: liefde, de scheppende kracht van G’D. Liefde die sterker is dan alle dood. De officiële naam van deze tweede zondag van de 40dagentijd luidt: reminiscere. Dat betekent: Zondag ‘Gedenk toch uw barmhartigheid, lieve G’D!’
12 maart.3Kijk dit is een bekend symbool uit de klassieke oudheid. Een kruis met het zogenaamde zonnewiel. Dat zonnewiel verwijst naar Jezus die, net als de zon, het duister van de nacht overwon. Dus leert de kerk: Christus is de zon van Pasen. Wat ook leuk is om te weten: dit symbool werd in de klassieke oudheid gebruikt om reizigers een veilige plek te wijzen. Als je dit voor je huis zette, dan wisten mensen op reis: hier ben ik veilig, hier wonen Christenen. Misschien kennen jullie ook wel het teken van de vis, Ichtus in het Grieks. En de letters van dat woord ichtus zijn de eerste letters van de geheime code: Jezus Christus Gods Zoon Redder. Tijdens de christenvervolgingen in het Romeinse Rijk maakten Christenen zich onderling bekend met een vis-teken, op de deur of op de stoep.

Maar ook het zonnewiel werd gebruikt. Zien jullie die Griekse letters? Als je die op zou stapelen, boven elkaar zou leggen, dan krijg je het zonnewiel. Christus als de zon van Pasen. En wat betekent dat voor ons in deze veelkleurige wereld. Want zo ziet het straatbeeld in veel grote steden er tegenwoordig uit. Ja, met de verkiezingen in het verschiet: wat betekent de Zon van Pasen dan voor ons stemgedrag? Stemmen we Christelijk? Daar mag iedereen natuurlijk het zijne of hare van denken. Zelf ben ik geneigd te kijken naar Christelijke idealen en tot mijn aangename verrassing kom je die in veel verschillende partijprogramma’s tegen. Zowel bij partijen die zich christelijk noemen als partijen die dat niet doen. Ik weet alleen nog niet welke van die Christelijke idealen voor mij het zwaarst gaan wegen. Dus ook nog niet welke partij het zal worden. En ik ben eigenlijk wel benieuwd: wie van jullie is net als ik nog steeds een zwevende kiezer?

Hoe dan ook, we gaan vandaag verder op zoek naar de christelijke idealen van Jezus. En o.a. omdat het afgelopen woensdag internationale vrouwendag was, horen we vandaag over twee ontmoetingen die Jezus met een vrouw heeft. Een vrouw uit Samaria en een vrouw uit Tyrus in het huidige Libanon. Twee krachtige vrouwen, zoals we die ook nu in het kleurrijke Nederland tegen kunnen komen.

12 maart.4

Johannes 4 : 3 – 43
We hebben zopas gehoord hoe het ging bij ontmoeting die Jezus had met die Syro-Phoenicische vrouw en hoe hem daar eigenlijk de ogen open gingen. Iets vergelijkbaars zulle we zo meteen weer horen, als Jezus een vrouw uit Samaria ontmoet. Een Samaritaanse. Uit het bekende verhaal van de barmhartige Samaritaan weten jullie wellicht dat Joden destijds een hekel hadden aan Samaritanen. Dat was niet hun soort mensen. Het waren eigenlijk ketters die het gezag van de tempel in Jeruzalem niet erkenden. Joden gingen niet graag om met Samaritanen en ook Jezus is op die manier opgevoed. Samaritanen laat je liever links liggen. Maar ja, de kortste weg van Judea naar Gallilea loopt via Samaria en Jezus besluit vandaag geen omweg te nemen. En zo ontmoet hij ineens die Samaritaanse vrouw… En op een bijzondere plek, namelijk de bron die ooit te behoord zou hebben aan Jacob, één van de drie aartsvaders. Weet je misschien nog: Abraham Izaak en Jakob.

Jezus verlaat Judea 
en hij gaat weg, terug naar Galilea.
Deze reis voert via Samaria
Zo komt hij aan bij een Samaritaanse stad
die Sichar heet,- naast het gebied 
dat Jakob ooit aan zijn zoon Jozef heeft gegeven.
Daar is de bron van Jakob geweest; 
welnu, vermoeid van het lopen, 
zo is Jezus bij de bron gaan zitten; 
het is ongeveer het zesde uur geweest.
Er komt een vrouw, uit Samaria, 
om water te scheppen; 
Jezus zegt tot haar: geef mij te drinken!-.
want zijn leerlingen zijn weggegaan, 
de stad in, om etenswaren te kopen.
Dan zegt de vrouw, 
die Samaritaanse, tot hem: 
hoe kunt u, die een Judeeër bent, 
van mij te drinken vragen!- 
een vrouw, 
een Samaritaanse! 
Judeeërs gebruiken immers niets samen 
met Samaritanen!
Jezus antwoordt en zegt tot haar: 
als u wist van de gave van God 
en wie het is die tot u zegt 
‘geef mij te drinken!’, 
dan zou ú het hém vragen 
en zou hij het u gegeven hebben: 
levend water!
Zij zegt tot hem: 
heer, een schepbak hebt u niet 
en de put is diep,- 
waar hebt u het dan vandaan, 
het levende water?-
ú bent toch niet groter dan 
onze vader Jakob, 
die ons de put gegeven heeft 
en er zelf uit heeft gedronken, 
en zijn zonen en zijn fokvee óók?!
Jezus antwoordt en zegt tot haar: 
al wie drinkt van dit water 
zal wéér dorst krijgen;
maar wie zal drinken van het water 
dat ik hem zal geven 
krijgt geen dorst meer tot in der eeuwigheid,- 
nee, het water dat ik hem zal geven 
zal in hem worden 
een bron van water dat opwelt 
tot eeuwig leven!
De vrouw zegt tot hem: 
heer, geef mij dat water,- 
dat ik geen dorst meer krijg 
en niet hierheen hoef te komen 
om te scheppen!
Hij zegt tot haar: 
ga, roep uw man en kom hierheen!
De vrouw antwoordt en zegt: 
ik heb geen man! 
Jezus zegt tot haar: 
dat zegt u fraai, ‘ik heb geen man’,
want u hebt vijf mannen gehad, 
en die u nu hebt is uw man niet; 
het is waar wat u hebt gezegd!
De vrouw zegt tot hem: 
heer, ik aanschouw 
dat u een profeet bent, u!-
onze vaderen hebben aanbeden 
op deze berg, 
en júllie zeggen dat te Jeruzalem 
de plaats is waar men moet aanbidden!
Jezus zegt tot haar: 
geloof mij, vrouw, 
het uur komt dat jullie 
noch op deze berg noch in Jeruzalem 
de Vader zullen aanbidden;
júllie aanbidden zonder te weten wat, 
wíj weten wat wij aanbidden; 
de redding is immers uit 
de Judeeërs;
nee, het uur komt en is er nu 
dat de waarachtige aanbidders 
de Vader zullen aanbidden 
in geestkracht en waarachtigheid, 
want naar hen die hem zó aanbidden 
is de Vader op zoek;
God is geestkracht, 
en wie hem aanbidden 
moeten aanbidden 
in geestkracht en waarachtigheid!
De vrouw zegt tot hem: 
ik weet dat (de) Messias komt, 
hij die Gezalfde heet; 
wanneer die zal komen 
zal hij ons dat alles aankondigen!
Jezus zegt tot haar: 
ík ben het,- 
die tot u spreekt!
Daarop komen zijn leerlingen aan; 
en het heeft hen verwonderd 
dat hij met een vrouw in gesprek is geweest,- 
niet één evenwel zegt 
‘waar bent u naar op zoek?’ of 
‘waarom spreekt u met haar?’
Dan laat de vrouw haar waterkruik achter 
en gaat terug naar de stad; 
zij zegt tot de mensen:
hierheen, ziet een mens 
die mij alles heeft gezegd 
wat ik heb gedaan!- 
is dat niet de Gezalfde?!
Ze trekken de stad uit,- 
en ze zijn bij hem gekomen.
Met dat dan de Samaritanen 
bij hem aankomen 
hebben ze hem gevraagd 
om bij hen te blijven 
en is hij daar twee dagen gebleven!-
en nog veel meer gaan er geloven 
door zijn eigen woord.
En tot de vrouw hebben ze gezegd: 
we geloven niet meer alleen door 
jouw verhaal, 
want we hebben zelf gehoord 
en weten dat hij waarachtig is 
de redder van de wereld!
Maar na die twee dagen 
trekt hij daarvandaan weg naar Galilea,

 

Lieve mensen van G’D,
Kennen jullie deze man? Weet je ook hoe hij heet?  Precies: Prem Radhakishun. 12 maart.5Afgelopen week was er een relletje rond deze advocaat tevens radiopresentator. Aanleiding was de boekpresentatie van Sylvana Simons over de ideeën van haar partij Art1kel. Nu komt Prem oorspronkelijk uit Paramaribo en hij andere presentatoren uit Suriname kregen vorig weekend een brief van de uitgever van het boek van Silvana Simons.12 maart.6 Daarin riep hij op om het boek en de partij van Silvana te steunen, want immers had ook de wieg van Silvana ooit in Paramaribo gestaan. Surinamers moeten elkaar steunen was het idee. Dat schoot Prem in het verkeerde keelgat. Hij is Nederlander, geen Surinamer, zegt hij. Bovendien was de brief erg informeel geschreven. Alleen maar voornamen! Zo van Beste Prem, Umberto, Jurgen, moet je horen…. Ook dat irriteerde Prem. Wat hij daarover op de radio zei was vrij hard en robuust en tegelijkertijd heel grappig, vind ik. Maar hij komt uiteindelijk met een zin die voor mij wellicht de kern van deze zondag raakt en volledig aansluit bij de Bijbelverhaal van deze ochtend.
12 maart.8Die zin raakte mij echt. “Niet afkomst, maar gemeenschappelijk toekomst is het criterium voor echte Nederlanders bij verkiezingen.” Ik vind dat een hele Christelijke gedachte, zeker gezien de Bijbelverhalen van vanochtend. Als afkomst het zwaarst zou wegen, dan zouden wij als Bergenaren bijna geen andere keus hebben, dan op onze dorpsgenoot te stemmen, Jan Roos, namens de partij Voor Nederland. Maar ik ben het met Prem eens: . “Niet afkomst, maar gemeenschappelijk toekomst is het criterium voor echte Nederlanders bij verkiezingen.”

De verhalen over Jezus wijzen vanochtend ook in die richting. Eigenlijk zijn het hele bijzondere verhalen, omdat Jezus hier zelf aan het denken wordt gezet. Normaal gesproken is het Jezus die mensen inspireert of onderwijst, maar vandaag is Jezus degene die iets leert, die een nieuw perfectief ontdekt. Dat geldt zeker in het geval bij de Syro-Phoenicische vrouw maar ook bij die dame uit Samaria. Laten we bij de laatste beginnen:

Ik vertelde al, Joden hadden niet zo veel op met Samaritanen. Weliswaar waren het landgenoten, maar Samaritanen golden als tweederangsburgers. Samaritanen, daar ga je niet mee om. De vrouw herinnert Jezus er zelfs aan. We pakken de tekst er even bij:

Er komt een vrouw, uit Samaria, 
om water te scheppen; 
Jezus zegt tot haar: geef mij te drinken!-.
want zijn leerlingen zijn weggegaan, 
de stad in, om etenswaren te kopen.
Dan zegt de vrouw, 
die Samaritaanse, tot hem: 
hoe kunt u, die een Judeeër bent, 
van mij te drinken vragen!- 
een vrouw, 
een Samaritaanse! 
Judeeërs gebruiken immers niets samen 
met Samaritanen!

Dat valt Jezus rauw op het dak. In zijn goedheid spreekt hij een Samaritaanse vrouw – wat eigenlijk niet hoort en dan geeft ze hem een steek onder water. Misschien ook wel omdat ze vermoedt, dat de dorst deze Jood wat toeschietelijker heeft gemaakt. Jezus reageert daar dan ook geprikkeld op en begint over het levend water. Zijn toon klinkt wat pusherig terug, maar toch blijft hij ook in zijn goedheid, in zijn barmhartige modus. Ineens zijn ze in een theologische discussie verzeild. En Jezus’ boodschap is ongeveer deze: water is maar water, maar de woorden van God zijn het levende water. Dat lest de dorst van onze ziel. En hij maakt zich aan haar bekend als de Christus, als de beloofde Messias. Toch kan hij niet laten haar nog even te jennen door te vragen naar haar man en te memoreren dat ze naar de maatstaven van die tijd geen onbesproken leven had geleid. Hoe dan ook, de vrouw haalt de mensen uit het dorp en als die Jezus ontmoeten, sluiten ze hem in hun hart. En kennelijk is dat wederzijds, want hij blijft twee nachten logeren in de stad. Het gesprek met deze Samaritaanse vrouw heeft Jezus doen inzien dat Samaritanen en Joden beide kinderen van onze hemelse vader zijn. Hij heeft de vooroordelen waar ieder mens mee opgroeit, overwonnen. In mooie symbooltaal staat er dat Jezus twee nachten blijft. De lezer mag zelf bedenken dat hij dus feitelijk ten derde dage opstaat op en verdwijnt. Ten derde dage. Het is Pasen geworden in Samaria.

Jezus heeft een diep inzicht opgedaan in Samaria. God is er voor Joden en Samaritanen. Maar Joden en Samaritanen waren zustervolken, ze delen hun voorvader, de aarstvader Jacob. Maar hoe zit het dan met G’D en totaal andere volken. Syriers? Phoeniciers? Volken waar Israël regelmatig oorlog mee heeft gevoerd. Bij zowel de evangelist Markus als Mattheus komen we het verhaal tegen waarin Jezus een Syro-Phoenicische vrouw ontmoet. Jezus heeft om wat rust te zoeken het land verlaten en reist naar de kust van Tyrus, in het huidige Libanon. Even een weekendje weg, een city-trip. En Tyrus is in die dagen een bloeiende handelsstad, waarschijnlijk de grootste in de regio. En toch wordt Jezus daar herkend als die Joodse profeet en wonderdoener. Een Syro Phoenicische vrouw vraagt zijn hulp. Haar dochter is ernstig ziek. Jezus weigert dat in uitermate onsympathieke taal: het brood dat voor de kinderen Israëls bestemd is, geef ik toch niet aan de honden. En net als in het andere verhaal hebben
we te maken met een scherpzinnige dame en zij antwoordt met die treffende zin: Maar de honden kunnen toch eten van de kruimels die de kinderen op de grond laten vallen. Die zin is om twee zinnen zo prachtig: in de eerste plaats geeft ze een plaagstoot. Zo van: zo zorgvuldig gaan de kinderen Israëls niet om met jouw boodschap, lieve Jezus! Veel van jouw landgenoten wijzen jou immers af. Ze morsen maar al te makkelijk met het geestelijk voedsel van jou! Maar nog belangrijker, deze vrouw doet Jezus inzien wat de consequenties zijn van zijn boodschap. Ook niet Joden kunnen bidden: Onze vader die in de hemelen is, geef ons heden het brood dat we nodig hebben… Net als in Samaria ontdekt Jezus ook hier in het Syrische buitenland: Joden en niet-Joden, beide zijn kinderen van onze hemelse vader.

Ik vind het mooi hoe de evangelisten de menselijkheid van Jezus laten zien in die ontmoeting met vrouwen. Dat zegt iets over hun positieve beeld van vrouwen, een beeld dat de kerk door de jaren heen vaak heeft laten ondersneeuwen. Maar het zegt ook iets over Christus en daarmee ook over ons die de weg van Jezus willen gaan. Durven leren. Durven je vooroordelen bij te stellen. Zeker in het veelkleurig Nederland waarin wij leven. Het zijn niet alleen vrouwen die Jezus aan het denken zetten. Het zijn vrouwen die niet tot zijn eigen groep zijn eigen volk behoren. En daarmee ligt de vraag voor ons op tafel: beseffen wij voldoende, dat al die mensen met een migratieachtergrond onze broertjes en zusjes zijn, kinderen van één Vader? Het zou toch eigenlijk prachtig zijn, als wij allemaal een steen als deze in onze voortuin zouden hebben als teken: hier wonen Christenen, hier ben je veilig. Net als die twee duiven die zich voeden met de Zon van Pasen. Hier ben je veilig. Voor echte Nederlanders, zei Prem Radhakishun, voor echte Nederlanders is niet afkomst, maar gemeenschappelijk toekomst het criterium voor echte Nederlanders bij verkiezingen. Bij elke verkiezing denkt hij na over de vraag: welke ideeën en gedachten dragen bij tot een vreedzame en rechtvaardige toekomst voor ons veelkleurig Nederland? Heel Christelijk, al klonken zijn woorden wel erg Premmerig en pusherig uit zijn mond. Maar met zulke mooie woorden is hem dat wat mij betreft vergeven. En laten we wel zijn: Jezus sprak tegen die Syro Phoenisiche vrouw nou ook niet echt met fluweel op zijn stem.

Woensdag gaan we stemmen. En ja, op welke partij en op welke persoon? Ik vind dat altijd weer lastig. Maar zodra ik tijd vind om nog wat partijprogramma’s door te bladeren dan zal ik na de lezingen van vandaag hopelijk minder last hebben van vooroordelen en kijken met het idee: wat zou goed voor een gemeenschappelijke toekomst voor Nederland? Wie weet wordt het ondanks Prem ook nog wel Silvana Simons. Ik ga in die partijprogramma’s gewoon krulletjes zetten bij alle Christelijke idealen. Visjes tekenen, nog beter. Ichtus: Jezus Christus Gods Zoon redder. Visjes in partijprogramma’s tekenen, symbolen van verbinding en vertrouwen.
Amen